Spiegelbeeld
Kijk in je spiegel. Hoe zit jij in elkaar? Wat valt je op?
Zie je ondanks je puistjes of rimpels of… dat je mooi bent?
Wanneer ik boven mijn spiegel schrijf: ‘Wat is de sterveling, dat U aan hem/haar denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet. U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie ’ (Psalm 8:5 en 6), wat gebeurt er dan met mijn visie op mezelf?
‘Ik ben, met mijn ziektes, handicaps, zonden voor God niet verwerpelijk! Corona bepaalt niet mijn dagelijks doen en laten, uitzichtloosheid bij voortwoekerende kanker heeft niet de prioriteit meer.
Jaloersheid, woede of venijn bij onverwachte tegenslagen hebben niet het laatste woord. De negatieve uitspraken van IND zijn niet doorslaggevend!
Helaas is ook mijn godsbeeld gebroken als ik goed in de spiegel kijk. Het probleem van die ander, bijvoorbeeld een heroïnehoertje, aan de ene kant bloedmooi, aan de andere kant gesloopt en gebroken, staat niet los van mijn problemen met heelheid.
Hoe ben ik mooi? Misschien de buitenkant, wanneer ik alle oneffenheden wegwerk, maar er is meer...
In mijn hart schuilt de hoogmoed en hebzucht. ‘Kijk naar mij, wat ik heb. Luister naar mij, hoe ik denk. Denk erom, alles moet gaan, zoals ik wil! Het goede is mijn recht!’
Wees eerlijk naar jezelf: de barst van Gods beeld zit in ons allemaal. De wetmatigheid van het kwaad (Romeinen 7:19) sijpelt ook in mijn doen en laten door.
Erkenning dat je zondig bent, ‘ook ik’ komt vaak niet in ons woordenboek voor. We zijn geneigd onszelf schoon te praten. En te ontkennen in ons diepste zelf dat er een collectieve gebrokenheid, een gezamenlijke schuld is! Ook ik ben gevangen in het kwaad, ook ik sta schuldig tegenover God.
Wij, bijna goddelijk, toch schuldig. Ons leven zo bloedmooi en toch gruwelijk…
Vluchten we voor de waarheid en ontkennen wij Romeinen 3:10 ‘Er is geen mens rechtvaardig, zelfs niet één.’ En doen we alsof de mens goed is? Of accepteren wij ons gebroken zijn, zoals verwoord in Romeinen 7:21 ‘Ik ontdek in mij de wetmatigheid dat het kwade zich aan mij opdringt, ook al wil ik het goede doen!’ Wij mogen altijd uithuilen bij God en bidden om ontferming: ‘Here, verlos mij?’
En dan weet ik, hoe ik ongelukkig mens gered word uit dit bestaan, beheerst door de dood. God zij gedankt, door Jezus Christus, onze Heer. (Romeinen 7: 24 en 25)
Hij spreekt ons vrij. Hij heelt, wat ik niet helen kan! Jezus alleen redt ons. Zonder Hem blijven wij in problemen.
Door gelovig luisteren, gaat het Licht stralen over ons gebarsten beeld. En… jij en ik worden door het geloof in Zijn genade vernieuwd naar Gods beeld!
Hoe kijk ik in de spiegel? Straalt er dankbaarheid uit mijn ogen?
Gods zegen en nabijheid.
Hartelijke groet,
Japke de Kraker.
Meeleven met vluchtelingen? Zie: www.japkedekraker.nl
Reactie plaatsen
Reacties